De toeschouwer wijst een kaart aan, bijvoorbeeld de klaveren negen. Schuif uw handen bij elkaar totdat u de klaver negen met de linkerduim vast kunt klemmen op de kaarten eronder. De klaver negen steekt twee centimer uit over de rechterrand van de kaart die eronder ligt. De rechterhand schuift het bovenliggende deel van de kaarten bij elkaar tegen de top van de linkerduim. Hierbij houdt u met de rechter middelvinger een opening tussen de rode kaart en de andere.
Als u alle kaarten in de rechterhand bij elkaar hebt geschoven, omklemt u met de kaarten uit de rechterhand de klaver negen in de opening tussen de rode kaart en de rest. U laat de klaver negen hierbij los uit de linkerhand. Schuif de linker kaarten tot een pakje, en schuif tegelijk de rechter kaarten ongeveer een halve kaartlengte van u af.
Leg de linker lange zijde van de pakjes aan elkaar gelijk, laat de twee onderste kaarten uit de rechterhand los (dit zijn de rode kaart en de klaver negen) en schuif alle kaarten erboven met de korte kanten gelijk met die van de kaarten uit de linkerhand. Zo steken de rode kaart en de klaver negen uit aan de toeschouwerkant van het spel. De kaarten moeten vrijwel gelijk liggen, want de rode kaart moet onzichtbaar blijven.
Met de linkerduim en wijsvinger kunt u de kaarten precies op elkaar leggen, terwijl de rechterhand over de kaarten heenreikt. De rechterduim ligt op de korte kant van de uitgestoken kaarten, de vingers eronder. De rechterhand trekt de twee kaarten alsof het er één is uit het spel, draait de kaarten met de rode beeldzijde boven en legt ze deels op het spel in de linkerhand. Klem de kaarten onder de linkerduim en neem ze meteen daarna op in de rechterhand tussen duim en vingers, alsof u een enkele kaart vasthoudt.
Leg de linker lange zijde van de pakjes aan elkaar gelijk, laat de twee onderste kaarten uit de rechterhand los (dit zijn de rode kaart en de klaver negen) en schuif alle kaarten erboven met de korte kanten gelijk met die van de kaarten uit de linkerhand. Zo steken de rode kaart en de klaver negen uit aan de toeschouwerkant van het spel. De kaarten moeten vrijwel gelijk liggen, want de rode kaart moet onzichtbaar blijven.
Met de linkerduim en wijsvinger kunt u de kaarten precies op elkaar leggen, terwijl de rechterhand over de kaarten heenreikt. De rechterduim ligt op de korte kant van de uitgestoken kaarten, de vingers eronder. De rechterhand trekt de twee kaarten alsof het er één is uit het spel, draait de kaarten met de rode beeldzijde boven en legt ze deels op het spel in de linkerhand. Klem de kaarten onder de linkerduim en neem ze meteen daarna op in de rechterhand tussen duim en vingers, alsof u een enkele kaart vasthoudt.
Zou het niet mooi zijn als uw evenement een blijvende indruk achterlaat?
Stuur dit formulier op, of e-mail naar emanuel.chester [op] omegajunior.net.